Isolatiebedrijven kunnen de eDNA methode voor het opsporen van vleermuizen inzetten bij de na-isolatie van spouwmuren in woningen, nu deze officieel is opgenomen in de Omgevingsregeling. De maatregel draagt bij aan een versnelling van woningisolatie en beschermt tegelijkertijd vleermuizen. Door eDNA-analyse kan worden vastgesteld of vleermuizen aan- of afwezig zijn, zonder dat langdurige observaties nodig zijn.
Bij MMT hebben onze themahouders Serena Scholte en Henry Kasper de afgelopen jaren samen met o.a. isolatiebedrijven, overheden, en ecologen gewerkt aan dit vraagstuk. Er is gericht gezocht naar oplossingen voor het vraagstuk hoe én te kunnen isoleren én te zorg te dragen voor de diersoorten in de spouwmuren. Zo is eerder samen gewerkt aan een uniforme landelijke werkwijze van het Soortenmanagementplan en de NVI-methode. In een latere fase heeft het Versnellingsteam van Isolatiebedrijven samengewerkt aan het onderzoek naar de toepasbaarheid van eDNA bij het detecteren van vleermuizen. Bekijk de mijlpalen van dit leerpunt op onze website.
Verschillende reacties
Het toevoegen van eDNA aan de omgevingsregeling roept verschillende reacties op. De inzet van eDnA is voor isolatiebedrijven een belangrijke stap om woningisolatie te versnellen. Tegelijkertijd zijn er zorgen van andere partijen over de toepassing en juridische en ecologische houdbaarheid van de methode.
De erkenning van eDNA in de Omgevingsregeling is een belangrijke mijlpaal en voor MMT is hiermee het leerpunt ‘De Wet natuurbescherming vertraagt uitvoerbaarheid van verduurzaming’ afgerond. De komende periode zullen partijen de regeling in praktijk brengen. Uiteraard blijven we de ontwikkelingen rondom natuurinclusief isoleren nauw volgen!
Details over de regeling vind je hier.
Wil je meer weten over de ins en outs van dit afgeronde leerpunt? Neem contact op met onze themahouders Serena Scholte en/of Henry Kasper.
